Terug naar de levende Christus

door ds. H.J. Hegger

„Gij in mij. Wat is dat subliem! Wat is dat innig! Hij in mij! De Zoon van God, de levende in mij! Maar dan nog veel meer, Hij trekt mij naar Zich toe, niet alleen naar zich toe, maar IN Mij. Dat ene woordje IN, wat is dat om te zingen!” Verslag van een lezing.

Heel erg fijn dat ik vanavond uitgenodigd ben om iets door te geven van de Levende Christus. Als je Hem kent dan is dat de diepe vreugde van je leven. Ook wil je daar met zoveel mogelijk mensen over spreken. Dan wil je aan iedereen vertellen hoe machtig die Heiland is. Het gaat vanavond over die Heiland, die de Zoon van God is. Hij is waarachtig God en waarachtig mens geworden, helemaal aan ons gelijk geworden. Hij heeft onze zonde, onze schuld en onze vuiligheid op Zich genomen. Hij heeft Zich laten slachtofferen als een Lam. Voor ons, voor u en voor mij.

Ik wil beginnen met het lezen van de heilige Schrift. Namelijk Efeze 2, waarin zo heel helder wordt getekend, wat het evangelie nu eigenlijk is. Dat het niet geschonken wordt op grond van iets in ons, maar puur op grond van de liefde van God. Zijn onbegrijpelijke barmhartigheid.

Vooraf is het zinvol om na te gaan wat ik bedoel met de uitspraak: Terug naar de levende Christus. Wie is de levende Christus? Het eerste wat ik van Hem moet zeggen (en dat klinkt vanzelfsprekend) dat Hij Iemand is.

Een goddelijk Iemand die tegelijk volkomen een menselijk Ik is. Beide, twee naturen dat is Hij. Wij moeten en mogen ons heenkeren tot deze ene Persoon. De Zoon en het Woord van God. Het woord wat God sprak dat is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. De levende Christus is dus Iemand. Een Persoon tot wie je je richten kunt en kunt overgeven. Die je totaal kunt vertrouwen, die je kunt liefhebben met je hele hart, met wie je spreken kunt met wie je innerlijk één kunt voelen. Dat is de levende Christus. De levende Christus is dus niet iets. Hij is bijvoorbeeld niet zomaar een idee. Er wordt gelukkig in de meeste kerken van Nederland nog altijd Christocentrisch gepredikt. Dat betekent dat in de prediking Christus centraal staat. Wat kunnen we daar blij om zijn wat het is niet vanzelfsprekend, want er veel afdwaling in de wereld. Ook binnen de kerken. Maar als het daar bij blijft, dat Christus als een centraal idee in de prediking of in ons leven centraal staat, dan hebben we er niets aan. We hebben niets aan Christus als een prachtig idee, al is het nog zo mooi.

We hebben niets aan Hem als het niet meer is als een samenraapsel van allerlei dogma’s die gesystematiseerd zijn. Want dan wordt Christus gemaakt tot een iets. Tot een het. Maar wat heb ik aan een het of een iets? Tot een het of een iets kan ik niet bidden, neerknielen en aanbidden! Met een het of een iets blijf ik toch eenzaam. Dan blijf ik zitten met mijn schuld en verlorenheid. Daarom lijkt het misschien vanzelfsprekend dat ik zeg: Christus is een Iemand, maar helaas wordt Hij toch vaak gedegradeerd, uitgehold, gedood en opnieuw gekruisigd tot een idee of tot een starre dogma. Want dat is zo heerlijk dat ik me (en iedere gelovige met mij) mag richten tot die grote U, waardoor Hij in mij is. Dat staat bijvoorbeeld in Joh. 15:5 ik in U én (je zou dat nooit verwachten, het is eigenlijk te groot) Gij in mij. Wat is dat subliem! Wat is dat innig! Hij in mij! De Zoon van God, de levende in mij! Maar dan nog veel meer, Hij trekt mij naar Zich toe, niet alleen naar zich toe, maar IN Mij. Dat ene woordje IN, wat is dat om te zingen! Ik in Hem en Hij in Mij. Dat is de levende Christus. Maar, bij die levende Christus hoort één wezenlijke trek. En dat is, dat Hij een Zaligmaker is voor verloren zondaars. Als je geen besef hebt van je zonde, dan heb je niets aan Hem. Dan gaat Hij je ook voorbij. Hij zegt het zelf: "Ik ben niet gekomen om vriendjes te roepen, rechtvaardigen, mensen die het zo goed met zichzelf getroffen hebben". Nee, Hij is gekomen voor arme mensen. Zoals ik er één, een sukkel, die Hem niets kan aanbieden.

Als er onder jullie ook zijn die zeggen: "Heere als ik mezelf bekijk in het licht van deze Zoon van God die puur en louter alleen liefde is, dan blijft er van mij niets over". En als je ziet en erkent, dat alles in jouw aangestoken is door de ik-zucht, dan zegt de Heere Jezus; "Jij bent van Mij, dan ben en wil ik jouw Zaligmaker zijn". Ik ben gekomen voor de hopelozen, de wanhopigen en de ellendigen. Daarvoor ben Ik mens geworden, daarvoor heb Ik mezelf gegeven tot in de dood. Is dat niet héérlijk?! Misschien zitten er hier wel die zeggen: "ik heb het helemaal niet goed met me getroffen, ik doorzie mezelf en ik bemerk dat alles draait om me eigen ik en ik kan er maar niet van loskomen". Als dat iemand van jullie zegt (en als je de Bijbel kent) dan weet je toch dat daar dan de Heere Jezus is, de Zaligmaker en de Verlosser die Zijn handen op je legt en zegt: "Hier ben Ik" en je hand grijpt en zegt: "Kom sta op". Dat is dus de levende Christus, de Zaligmaker.

[Meer: terugnaardelevendechristus.doc]

(Bron: Jongerenavonden.nl)