Op deze pagina
Koppelingen
|
De bijbel als
anti-religieus document
Uit het boek 'De kleine Mensengod' van Ad van Nieuwpoort volgt hieronder een samenvatting van
het hoofdstuk 'De bijbel als anti-religieus document'.
"Een treffend voorbeeld van indirecte en uiterst subtiele
anti-religieuze kritiek is een gedeelte uit het evangelie naar Johannes. Het
is het evangelie dat vaak is geannexeerd door allerlei
religieus-filosofische, gnosticerende en anti-joodse stromingen, zoals
bijvoorbeeld de antroposofie. Maar wie oog heeft voor het kader waarbinnen
ook Johannes zijn verhaal vertelt, namelijk het Oude Testament, ontdekt al
snel juist de antireligieuze en anti-gnostische strekking ervan. Het is het
gedeelte van de eerste negen verzen van het vijfde hoofdstuk.
Na dit was er een feest van de joden
en Jezus ging op naar Jeruzlem.
Nu is er in Jeruzalem
bij de Schaapspoort een bad,
in het Hebreeuws bijgenaamd Bethesda,
vijf zuilen hebbend.
Hierin lag een menigte
van zieken, blinden, lammen, kreupelen,
een beweging van het water afwachtend.
Want een engel van de Heer daalde,
volgens een bepaalde tijd,
neer in het bad
en bracht het water in beroering;
degene die dan het eerst inging,
na de beroering van het water,
werd gezond,
welke kwaal hij ook had.
Een mens nu was daar,
acht en dertig jaar,
een ziekte hebbend.
Hem zag Jezus liggen,
en wetende dat hij reeds lange tijd (gelegen) had,
zei hij tot hem:
Wilt u gezond worden?
De zieke antwoordde hem:
Heer, geen mens heb ik
om wanneer het water in beroering wordt gein bracht
mij in het bad te werpen;
ën terwijl ik kom,
daalt een ander vóór mij af.
Jezus zei tot hem:
Sta op,
neem op uw matras
en wandel.
En terstond!
gezond werd de mens
en hij nam op zijn matras
en wandelde.
Het was nu Sabbat op die dag.
(...) De vraag is of Jezus hier als een wonderdoener wordt
voorgesteld. Gaat het hier om de wonderdoener Jezus, of gaat het hier
veeleer om het onderscheid dat zou moeten worden gemaakt tussen het mirakel
en het wonder, tussen de religie en het geloof? Direct wordt in dit verhaal
zichtbaar dat Jezus niet staat aan de kant van het miraculeuze gebeuren van
het badwater. Aan zijn optreden wordt zichtbaar dat hij het tegendeel is van
datgene wat er gebeurt rond en in dit badwater. Dat hij het tegendeel is van
het religieuze gebeuren. Johannes laat dit op subtiele, maar niet mis te
verstane wijze zien. Aan de wijze waarop hij eerst de spotlights zet op het
grote en meeslepende gebeuren van het badwater, om vervolgens contrastmatig
de aandacht te vragen voor deze ene mens, kunnen wij als lezers zien waar
het Johannes om te doen is. Hier staat het wonder lijnrecht tegenover het
mirakel. Wat deze mens overkomt, is naar bijbels besef een wonder. Wanneer
een mens bij zijn naam wordt geroepen en wordt opgericht om werkelijk aan
zijn bestemming als mens gehoor te geven, dan is er sprake van een wonder.
De wijze waarop dat gebeurt, breekt met alle natuurwetten. De natuur kent
immers maar één recht en dat is het recht van de sterkste!
Zoals hier het wonder kritisch staat ten opzichte van het mirakel, zo staat
het geloof tegenover de religie. Religie is ongeloof, zegt Barth ergens, het
is het tegendeel ervan. Voor alle duidelijkheid: wanneer wij ons aan het
bijbelse spraakgebruik houden, mag 'geloof' nooit worden gepresenteerd als
de tegenhanger van intellectuele twijfel. Met geloof wordt in de bijbel niet
het aanvaarden van enkele onwaarschijnlijke 'waarheden' bedoeld. 'Geloven'
in de bijbel heeft altijd te maken met een persoonlijke relatie. Je gelooft
niet op jezelf. Geloven is vertrouwen op iemand, rekenen op iemand. Geloof
komt dus ook altijd van iemand anders vandaan. Als iemand zich zó aan je
voordoet dat dit vertrouwen wekt, fiducie oproept, dan geloof je in zo
iemand. Daarom geloof je in de bijbel ook nooit aan Jezus, maar in hem, je
gelooft met hem mee.
Het optreden van Jezus staat niet op zichzelf als en gebeuren van een
wonderdoener. Een gebeuren dat je kunt beamen of niet. Jezus spreekt deze
mens aan. Daarmee doorbreekt Jezus de tragiek van het 'geen mens heb ik'. Er
is met andere woorden sprake van en relatie tussen Jezus en deze mens.
Tegenover het natuurgebeuren van het badwater is het Jezus hierom te doen
dat de mens werkelijk mens kan zijn. Dit optreden van Jezus maakt dat deze
mens fiducie in Jezus krijgt. Het vertrouwen dat Jezus in hem heeft gewekt,
is bepalend voor de gang die deze mens, na de ontmoeting met Jezus, gaat:
deze mens gaat zijn weg om de naam van Jezus bekend te maken:
De mens ging weg
en boodschapte de joden
dat het Jézus was die hem gezond gemaakt had."
(Bron:
De kleine Mensengod, Ad van Nieuwpoort: dit boek is helaas niet
meer verkrijgbaar.)
|
-
De kleine Mensengod
- Ad van Nieuwpoort
- ISBN: 90
5333 5323
- 171 pagina's
- € (uitverkocht*)
-
Uitgeverij Prometheus
*) „Diegene die het boekje 'De kleine Mensengod' alsnog
in zijn bezit wil krijgen raad ik aan eens bij een De Slegte winkel te neuzen.
Ik heb het boekje onlangs voor een paar euro bij De Slegte in Groningen
gekocht.”
Ale Dijkstra |