- Het verschil tussen de christelijke deugden
en Christus Zelf
- Het Normale Christelijke Leven
|
Het verschil tussen de
christelijke deugden en Christus Zelf
In Amerika logeerde ik eens bij een Christen echtpaar, dat mij
verzocht voor hen te willen bidden. Toen ik vroeg welke moeilijkheden
zij hadden, was het antwoord:
„O, Mr. Nee, het gaat de laatste tijd helemaal niet goed met ons. Wij
zijn zo prikkelbaar in de omgang met onze kinderen, wij verliezen
herhaaldelijk ons geduld en worden dikwijls boos op hen.
Wij
leven niet tot eer van God. Wilt u Hem vragen ons geduld te geven?”
„Dat kan ik nu juist niet vragen”, zei ik.
„Hoe bedoelt u dat?” vroegen zij.
„Ik weet zeker”, was mijn antwoord, „dat God dat gebed niet zal
verhoren”.
„Wilt U daarmee zeggen, dat het zover met ons gekomen is, dat God niet
bereid is ons te verhoren, als wij Hem bidden ons geduldig te maken?”
„Neen, dat bedoel ik niet. Maar mag ik u wat vragen? Heeft u al gebeden
om geduld? Ja? En heeft God uw gebed verhoord? Neen? Weet u, waarom
niet? U hebt geen geduld nodig, u hebt Christus nodig!”
God geeft geen nederigheid of heiligheid of liefde, als afzonderlijke
gaven. Hij geeft niet een dosis geduld aan iemand, die ongeduldig is,
liefde aan iemand, die liefdeloos, ootmoed aan iemand, die trots is. Hij
heeft ons één enkele gave gegeven, die in al onze behoeften voorziet —
Zijn Zoon Jezus Christus! Wanneer ik op Hem zie in de verwachting, dat
Hij Zijn leven in mij zal leven, dan is Hij nederig en geduldig en
liefdevol en alles wat ik niet ben — in mijn plaats. Denkt u maar aan de
Woorden uit de eerste brief van Johannes:
„God heeft ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon.
Wie den Zoon heeft, heeft het leven; wie den Zoon van God niet heeft,
heeft het leven niet” (1 Joh. 5:11, 12).
Wij ontvangen het leven van God niet als een afzonderlijke gave, wij
ontvangen het in de Zoon. Het is „het eeuwige leven in Christus Jezus,
onzen Here” (Rom. 6:23). Als wij de Zoon hebben, dan hebben wij het
leven.
Het is heerlijk om het verschil te ontdekken tussen de Christelijke
deugden en Christus Zelf, te weten, wat het verschil is tussen
zachtmoedigheid en Christus, tussen geduld en Christus, tussen liefde en
Christus. Dit brengt ons de woorden van 1 Cor. 1 :30 in herinnering:
„Christus Jezus..., die ons van God is geworden: wijsheid,
rechtvaardigheid, heiliging en verlossing”.
Onder heiligmaking wordt meestal verstaan, dat elk onderdeel van het
leven heilig moet zijn; maar dat is geen heiliging, dat is de vrucht van
heiligheid.
Heiligheid
is Christus. De Here Jezus is ons gegeven om onze heiligheid te zijn.
Alles ligt in Hem besloten: liefde, ootmoed, kracht en zelfbeheersing.
Hebt u vandaag geen geduld? Hij is ons geduld! Morgen hebt u misschien
reinheid nodig. Hij is onze reinheid! Hij voorziet in elke behoefte.
Daarom spreekt Paulus van „de vrucht van den Geest” in het enkelvoud
(Gal. 5 :22) en niet van vruchten. God heeft ons Zijn Heilige Geest
gegeven en als wij liefde nodig hebben: de vrucht van de Geest is
liefde; als wij blijdschap nodig hebben: de vrucht van de Geest is
blijdschap. Dit geldt altijd. Wat u ook ontbreekt, God heeft erin
voorzien. Zijn Zoon Jezus Christus is het antwoord, Hij voorziet in elke
menselijke behoefte.
Hoe kunnen Wij Christus in deze zin beter leren kennen? Slechts
wanneer wij ons sterker bewust worden, hoe nodig wij Hem hebben. Sommige
mensen zijn er bang voor, te worden ontdekt aan hun eigen tekort, daarom
groeien zij geestelijk niet. Geestelijke groei is altijd „opwassen in de
genade” en genade betekent, dat God iets voor ons doet. Dezelfde
Christus woont in ons allen en wanneer Hij ons laat zien, wat ons
ontbreekt, kunnen wij er van harte op vertrouwen, dat Zijn leven in ons
het ontbrekende zal aanvullen. Maar ruimte voor Hem in ons leven
betekent een ruimer gebruik maken van de voorziening, die God in
Christus voor ons getroffen heeft. Eigen pogingen opgeven, sterker op
Christus vertrouwen, dat is overwinning! „Christus mijn leven”,
dat is het geheim van geestelijke groei.
Vertrouwen is zeggen: „Here, ik kan het niet, daarom probeer ik het
ook niet meer”. Dat brengen de meesten van ons niet op, „Here, ik kan
het niet en ik doe ook geen enkele poging meer; voortaan vertrouw ik op
U!” Zo weiger ik beslist zelf nog iets te doen; ik vertrouw erop, dat
Hij het doen zal en dan stel ik mij ten volle en met blijdschap tot Zijn
beschikking om Zijn medewerker te zijn in wat Hij gaat doen. Dit is dus
geen passieve houding, doch een zeer actieve. Wanneer wij de Here zo
leren vertrouwen, wordt ons leven een leven van de daad. Dan ontvangen
wij ons leven van Hem, dan is Hij ons leven, dan leeft Hij Zijn leven in
ons.
(Uit ‘Het
Normale Christelijke Leven’ van Watchman Nee)
|
Nevenstaande overdenking is een fragment uit het boek 'Het
Normale Christelijke Leven' van Watchman Nee. De gegevens:
|