De
bevrijding
uit de gevangenis van broeder Yun
In 1997 heeft God Broeder Yun uit een
streng beveiligde gevangenis in China bevrijd.
Een samenvatting van het relaas van onze Chinese broer zoals opgetekend
in het boek 'De Hemelse Man'.
Ik
was 39 jaar oud, maar ik zag voor mezelf geen hoop of toekomst meer. Ik
zei tegen de Heer: 'Toen ik jong was, hebt U mij geroepen om uw
evangelie in het westen en in het zuiden te verkondigen. Hoe kan ik dat
nu nog doen? Ik zit hier in deze gevangenis met verbrijzelde benen en nu
moet ik me erbij neerleggen dat ik op deze plaats weg zal rotten tot aan
de dag dat ik doodga. Ik zal mijn familie nooit meer zien. U hebt me
bedrogen!'
Er
gingen allerlei geruchten over wat er met ons zou gebeuren. Zelfs buiten
de gevangenis wisten de gelovigen dat onze arrestatie bijzonder serieus
opgevat moest worden, omdat het bevel tot arrestatie afkomstig was van
de nationale regering.
En
nu adviseerde broeder Xu me dat ik maar moest proberen te ontsnappen! Ik
weet dat Xu een man van God is die altijd goed naar Gods stem luistert,
dus ik zei op beleefde toon: 'Mijn benen zijn verbrijzeld en ik
zit in mijn eentje opgesloten in een cel met een ijzeren deur. Ik
kan niet eens lopen! Hoe kan ik nou
ontsnappen? Met jouw benen is alles in orde. Waarom
ontsnap jij niet?'
Op
de avond van 4 mei 1997 reikte ik, zoals elke avond in de voorgaande zes
weken, naar beneden en pakte ik mijn slappe benen vast. De
pijn schoot door mijn hele lichaam toen ik mijn benen tegen de
muur omhoog tilde. Ik had ontdekt dat dit de beste manier was om
de afschuwelijke pijn te verlichten. Door ervoor te zorgen dat er
geen bloed door mijn benen stroomde, werden ze gevoelloos en kon ik 's
nachts het onrustig, tenminste een beetje slapen.
(...)
Ik vroeg Hem talloze keren waarom ik zoveel pijn moest lijden. Ik kon
het niet meer verdragen. Mijn hart was somber, ik was er na aan toe het
op te geven.
Gods
Woord kwam opnieuw tot mij met een ernstige waarschuwing, maar ook een
belofte: 'Daarom, zo zegt de Here: Indien gij terugkeert, zal Ik u doen
terugkeren; dan zult gij vóór Mij staan; en indien gij uitspreekt wat
waarde heeft, zonder vermetele taal, zult gij als mijn mond zijn. Laten
zij zich tot u keren, maar gij zult u tot hen niet keren. Dan zal Ik u
voor dit volk maken tot een koperen, onneembare muur, en zij zullen
tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u om u te
helpen en te bevrijden, luidt het woord des Heren. Ja, Ik zal u
bevrijden uit de hand der bozen, u verlossen uit de vuist der
geweldenaars' (Jer.l5:19-21).
Op
het moment dat ik deze verzen las, kreeg ik plotseling een krachtig
visioen, hoewel ik klaarwakker was.
Ik zag mijn vrouw Deling naast mij zitten. Ze was net vrijgelaten uit
gevangenis en ze maakte wat medicijnen klaar. Liefdevol behandelde mijn
wonden. Ik voelde me enorm bemoedigd en vroeg haar: 'Ben je
vrijgelaten?' Ze antwoordde: 'Waarom doe je die ijzeren deur niet open?'
Voordat ik antwoord kon geven, liep ze de kamer uit en was het visioen
voorbij.
De Heer sprak tot mij: 'Dit is het uur van je redding.' Ik wist
onmiddellijk dat dit een visioen van de Heer was en dat het de bedoeling
was dat ik nu een ontsnappingspoging zou wagen.
|