Voorpagina
Verhalen
Overdenkingen
Bijbelartikelen




Bijbelartikelen
 

Op deze pagina

PC

Koppelingen

(Koppelingen bijgewerkt op 17-10-2006)

 

Vertrouwen

in
God onze Vader, Schepper en Voleinder aller dingen
en in
Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer en Heiland.

“En God zegende hen en zeide tot hen: weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar” (Gen. 1: 28).

“En Henoch wandelde met God” (Gen. 5: 22).

“En de Here God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.” (Gen. 2: 15 - 17).

“En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij, die in de hemelen is” (Matt. 23:9).

“en zij (de slang) zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?” (Gen 3: 1).

“Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.” (Joh. 8: 43, 44).

“En de Here sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend” (Ex. 33: 11).

“Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan!” (Deut. 5: 29).

“Gij immers zijt onze Vader; …; Gij, Here, zijt onze Vader” (Jes. 63: 16).

“Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen” (Joh. 10: 11).

“gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om zich te laten dienen, maar om te dienen” (Matt. 20: 28).

“Want Ik weet welke gedachten ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven” (Jer. 29: 11).

“Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen?” (Matt. 8: 26).

“Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt”. (Fil. 2: 13).

“Beveel de Here uw werken, dan zullen uw voornemens gelukken” (Spr. 16: 3).

“Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.” (Rom. 8: 28).

“Want indien gij met uw mond belijdt dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.” (Rom. 10: 9, 10).

“De Here is nabij. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.” (Fil. 4: 5, 6).

“Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.” (Joh. 10:10).

“Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen” (Gal. 5: 1).

“Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen.” (Gen. 4: 7).

“Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid” (2 Tim. 1: 7).

“weest op uw hoede, dat gij niet, door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid” (2 Pet. 3: 17).

“Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. (Spr. 3: 5,6)

“Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.” (Matt. 25: 21).

“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.” (Joh. 3: 16, 17).

“Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Matt. 25: 34).

“Daarom zeg ik u: weest niet bezorgd over uw leven” (Matt. 6: 25).

 

P.S.
De vader tot de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon:
“Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe” (Lucas 15: 31).

Het Verhaal

Het offer

Na verloop van tijd nu bracht Kain van de vruchten der aarde aan de Here een offer; ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de Here sloeg acht op Abel en zijn offer, maar op Kain en zijn offer sloeg Hij geen acht. (Genesis 4:3-5)

Het hart is het meest bedrieglijke ding dat bestaat. Het is door en door slecht. Niemand kan ooit precies weten hoe slecht het is! Behalve Ik, de HERE! Ik doorzoek alle harten en toets de meest verborgen gedachten, om zo ieder mens het loon te geven dat hij verdient, afhankelijk van zijn daden en levenswijze. (Jeremia 17:9)

Verder

Nieuw op Bemoediging.net

Binnenkort op Bemoediging.net

opsommingsteken Jennifer Toledo over 'The Weeping Room'
opsommingsteken Dick van Keulen (nieuwe audio en video)
opsommingsteken George Müller
De webstek is voor het laatst bijgewerkt op 15-11-2006

RSS-kanaal XML/RSS-kanaal

Add to Google

De Initiator

Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik. (Jesaja 65:1)

“U bent toch mijn schapen, de schapen die Ik weid; u bent mijn mensen en Ik ben uw God luidt het woord van de Here Here.” (Ez. 34:31)

“Ik zelf zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze doen neerliggen, luidt het woord van de Here Here; de verlorene zal Ik zoeken en de afgedwaalde terughalen; de gewonde zal Ik verbinden en de zieke versterken, maar de vette en krachtige zal Ik verdelgen. Ik zal ze weiden zoals het behoort.” (Ez. 34:15,16)

Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen.Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven. (Joh. 1:10-12)

Wat heeft de Vader geweldig veel liefde voor ons! Wij héten niet alleen Zijn kinderen, wij zíjn het ook. (1 Joh.  3:1)

Want Hij zegt tot Mozes: “Over wie Ik Mij ontferm, zal Ik Mij ontfermen, en jegens wie Ik barmhartig ben, zal Ik barmhartig zijn.” 
Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God, die Zich ontfermt.
(Rom. 9:15-16)

Verder

 

 
Ik, Ikzelf ben het die u bemoedigt!
 (Jesaja 51:12)
© Bemoediging.net
[Voorpagina] [Verhalen] [Overdenkingen] [Nieuws] [Overzicht]