Voorpagina
Verhalen
Overdenkingen
Bijbelartikelen


 

Verhalen
 

Op deze pagina

Hoe je van rugpijn afkomt

TOEN IK PAS christen was, had ik voortdurend pijn ten gevolge een verbrijzelde tussenwervelschijf. Röntgenfoto's wezen uit dat hij volkomen verpulverd, volkomen kapot was. De schijf was helemaal versleten. De wervels schuurden over elkaar, waardoor zenuwen in de knel raakten en mijn benen gevoelloos waren en kriebelden. De dokter had me verteld dat als ik me niet liet opereren, ik over twee jaar vanaf de heupen verlamd zou zijn. Ik wilde verlichting hebben van de folterende pijn, maar een operatie leek me niet zo aantrekkelijk. Ik bleef het maar uitstellen en uitstellen.

Op een goede dag kwam ik Gods belofte tegen in Marcus 16:17-18: „Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: (...) in Mijn Naam zullen zij op zieken de handen leggen en zij zullen genezen worden.” Doordat ik nog zo'n verse christen was, was ik te dom om eraan te twijfelen, en dus informeerde ik bij ieder godsdienstig persoon in Baltimore naar Gods kracht om te genezen. Ik wilde iemand zoeken die mij de handen kon opleggen zodat ik genas, net zoals de Bijbel het zei.

Maar iedereen wees me af. Ze zeiden: „Weet je, Hill, dat is opgehouden toen de discipelen stierven. God doet zulke dingen niet meer. We hebben tegenwoordig artsen en medicijnen.”
„Probeert u me te vertellen dat Gods kracht uitstierf toen de apostelen uitstierven?” vroeg ik hen.
Inderdaad, dat zeiden zij, maar mijn Bijbel zei dat niet. Die zei dat Jezus gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid, en niet dat Hij tweeduizend jaar geleden mensen kon genezen maar er genoeg van had gekregen of met pensioen was gegaan net toen ik Hem nodig had.
JJus ik ging ermee naar de Heer. Ik bad: „Heer, als het nog steeds waar is, wijst u me dan alstublieft Uw weg. En als het niet waar is, schrapt U dan elke verwijzing uit het Boek of stuurt U me een telegram vanuit de hemel , dat het niet langer waar is. U hebt het gezegd, en ik geloof het, maar waar kan ik het vinden?”

Niet lang daarna bracht God een evangelist met genezingsbediening Baltimore. Ik ging naar voren voor genezing in zijn grote tent. Hij legde zijn handen op mijn hoofd en zei: „Wees genezen in de naam van Jezus Christus,” en ik kreeg ter plaatse een nieuwe ruggegraat. Toen had ik de vrijheid om alles te geloven wat in de Handleiding stond over genezing. Niet omdat een of andere theoloog zei dat het wel of niet waar was, maar omdat ik het levende bewijs in mijn rug had, een splinternieuwe derde lendenwervelschijf.
Die evangelist was Oral Roberts.
Toen ik genezen terugkwam in mijn kerk, nadat mijn predikant me verzekerd had dat zulke dingen nu niet meer gebeuren, was zijn theologie een beetje in de war gebracht. Maar mijn rug deed helemaal geen pijn meer. Het liefst hadden ze me eruit gegooid, ware het niet dat ik tienden gaf en ze me eigenlijk niet konden missen.

De bevestiging van mijn genezing draag ik al jaren in mijn rug mee, maar niet zo lang geleden zorgde de Heer ervoor dat ik ook een medische bevestiging kreeg. Ik was niet ziek, ik had geen enkele reden om naar de dokter te gaan, maar de Heer drong er sterk bij mij op aan dat ik een afspraak zou ma-ken voor een onderzoek. Daar ik wist dat gehoorzaamheid beter is dan offe-rande, en dat de Generaal een bevel gaf aan Zijn soldaat, zei ik: „Tot Uw orders,” en maakte de afspraak.
De dokter werkte de gebruikelijke inleidende vragenlijst af en vroeg tenslotte: „Hebt u ooit een ernstige lichamelijke aandoening gehad?”
„Ja, ik heb een verbrijzelde tussenwervelschijf gehad.”
„Wie was uw arts? Wie heeft de diagnose gesteld?”
Ik gaf hem de naam van de arts, en hij zei. „O ja, die heeft nog steeds een praktijk in het centrum van Baltimore. Heeft hij u geopereerd?”
„Nee.”
„Wie dan?”
„Jezus.”
De dokter keek me aan of hij dacht dat hij het niet goed verstaan had.
„Jezus heeft me geopereerd,” zei ik.
De dokter legde zijn pen en papier neer.
„Vertel me daar eens wat meer over.”
U hebt nog nooit iemand gezien die er zo naar dorstte om van Jezus te horen als die arts. Toen ik mijn verhaal verteld had, zei hij: „Dat is het mooiste wat ik ooit gehoord heb!” Daar wil ik straks meer over horen.” We gingen verder met de vragenlijst.
„Hebt u ooit een ongeneeslijke ziekte gehad?”
„Jawel, ik ben alcoholist geweest.”
Vertel daar eens wat meer over.”
Prachtig! Hij kon er niet genoeg van krijgen. Toen ik het hem allemaal verteld had zei hij: „Dat is het mooiste wat ik ooit gehoord heb!” Toen wist ik dat ik daar in opdracht van God was, niet omdat ik medische hulp nodig had, maar om hem van Jezus te vertellen. Blijkbaar dacht hij dat het verder allernaal wel in orde was, en hij vroeg me nog wat meer te vertellen over de genezing van de verbrijzelde tussenwervelschijf.
„Is er sinds U genezen bent nog wel eens een röntgenfoto van gemaakt?”
„Nee, dokter. Ik heb alle röntgenfoto's betaald die ik van plan was te betalen. Ik ben genezen, ik heb geen foto's meer nodig.”
„Weet u, ik wil weten hoe die schijf er nu uitziet. Dat kan op kosten van het Departement van Volksgezondheid.”
„U bedoelt dat de Regering van de Verenigde Staten de foto's betaalt om de genezende kracht van Jezus te bevestigen? Dan kunt u op me rekenen. Als Uncle Sam me helpt om Jezus te eren, dan doe ik het.”
Hij gaf me een briefje.
„Bel dit laboratorium maar op en zeg dat ik u gestuurd heb. Zeg maar dat ze moeten kijken naar een verbrijzelde of beschadigde tussenwervelschijf in de lendenen.”

Ik ben naar dat röntgenlaboratorium gegaan. Ze legden me onder de camera en namen de gebruikelijke drie foto's, onder drie verschillende hoeken. Ze zeiden: „Wacht hier maar even tot we gecontroleerd hebben of u zich bewogen hebt waardoor de foto's onscherp geworden zouden zijn.” Dus bleef ik even wachten. De laborante kwam terug en zei: „Wilt u nog een keer onder de camera gaan liggen?” Ik ging liggen. Er werden weer drie foto's gemaakt en ze vroeg: „Wilt u weer even wachten?” Die dag moest ik vier keer onder de camera. Ze maakten twaalf foto's en ze hebben geen beschadigde schijf gevonden. God heeft hem heel gemaakt. Marcus 16:17 is net zo waar als het altijd al was.

(Uit: Leven als een Koningskind, Uitgeverij Sjofar)

Het Verhaal

Leven als een Koningskind

Nevenstaand verhaal komt uit het boek ‘Leven als een Koningskind’ van Harold Hill en Irene Harrell. De gegevens:

Nieuw op Bemoediging.net

Binnenkort op Bemoediging.net

opsommingsteken Jennifer Toledo over 'The Weeping Room'
opsommingsteken Dick van Keulen (nieuwe audio en video)
opsommingsteken George Müller
De webstek is voor het laatst bijgewerkt op 15-11-2006

RSS-kanaal XML/RSS-kanaal

Add to Google

Harold Hill (1905-1986)

Harold Hill (1905-1986) werd in New Hampshire geboren. Hij studeerde elektrotechniek en was tot zijn pensionering president-directeur van Curtis Engine Company in Balti-more. Hij heeft verschillende octrooien op zijn naam staan. In de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij een startaggre-gaat voor vliegtuigmotoren, dat op vrijwel alle vliegvelden gebruikt wordt. Hij raakte zwaar verslaafd aan de alcohol, en na een mislukte zelfmoordpoging leerde hij Jezus kennen. De rest van zijn leven was hij een vurig getuige van de grote dingen die Jezus in zijn leven deed. Mede door zijn technisch-wetenschappelijke achtergrond gebruikt hij daarbij vaak een apart jargon, hetgeen zijn boeken een extra humoristisch tintje geeft.

(Bovenstaande staat vermeld op de achterkant van het boek 'Leven als een Koningskind'.)

Nieuwsbrief

Als je op de hoogte gebracht wilt worden van nieuwe artikelen, audio en andere wijzigingen, kun je je naam en e-mailadres aan de verzendlijst van de nieuwsbrief toevoegen met onderstaand formulier:

Naam:

E-mailadres:

Afmelden is net zo eenvoudig: klik hier voor het formulier.

Klik hier voor de laatste nieuwsbrief.

 
     
 
Ik, Ikzelf ben het die u bemoedigt!
 (Jesaja 51:12)
© Bemoediging.net
[Voorpagina] [Verhalen] [Overdenkingen] [Nieuws] [Overzicht]