Op deze pagina
|
Zwitserland
Het is dwaas de macht van satan te onderschatten, maar fataal zijn macht
te overschatten.
In een kerkje tegen de helling van een berg in Zwitserland mag ik drie keer
spreken, drie avonden achter elkaar.
Ik logeer in de mooie pastorie en geniet van de gesprekken met de predikant,
het heerlijke uitzicht vanuit mijn slaapkamer en de zuivere berglucht.
De laatste avond spreek ik over de realiteit van de beloften Gods. Wij begrijpen
die beloften dikwijls niet. Zij zijn ons te hoog en te groot en wij leggen ze
zonder meer naast ons neer. Maar dat is Gods bedoeling niet.
Achter elke belofte staat Hij met Zijn liefde en Almacht en 't was Hem grote
ernst, toen Hij ze ons gaf.
Daarom geloof ik, dat wij zondigen, als wij ze negeren en soms ontwijken door ze
weg te theologiseren.
De volgende dag hoef ik pas 's avonds verder te reizen en ik sta 's mid-dags
naar 't prachtige panorama voor 't huis te kijken. Ver weg zijn witte bergen,
daarvoor groene hellingen, de lucht is helder blauw. Vogels jube-len uitbundig
en ik zelf sta te neuriën: “Nooit kan 't geloof te veel ver-wachten.”
En dan krijg ik bezoek. Een moeder met een dochter van vijftien jaar. Ze maakt
een zielige indruk, dit kind. Ze is bezeten van een angstdemon. Bij ieder geluid
krimpt ze ineen en verbergt haar gezicht in de arm van haar moeder.
Het gezicht van de moeder staat treurig en ze kijkt me aan met om hulp vragende
ogen.
“Gisteren hebt u gesproken over de werkelijkheid van de beloften Gods,” zegt ze.
“Gelooft u dat zelf?”
“Ja zeker,” antwoord ik direct. “Gods beloften zijn groter realiteit dan onze
problemen.”
“Werp dan in Christus' naam deze demon uit,” zegt ze fel. Ik krimp ineen, alsof
ze me geslagen heeft.
Alles, maar dat niet. Op dit terrein wil ik me niet begeven. Anderen misschien,
maar ik niet.
En dan bid ik stil en vraag: “Heer, U weet
wel, dat ik dit niet kan en wil.” De Heer antwoordt me heel duidelijk: “En toch
moet je 't doen; wat je gezegd hebt, is veel meer waar, dan je zelf beseft. Mijn
beloften zijn waar.”
Ik lees nu met de moeder Marcus 16 en dan bidden we samen en vragen of Christus
ons wil bedekken met Zijn bloed: een veilige bescherming bij elke strijd en
aanval tegen en van de duivel. Ik vraag het kind: “Ken je de Here Jezus?”
“Ja,” zegt ze, “maar Hij moet me gelukkig maken. Ik wil gelukkig wor-den.”
Dan zeg ik tot de demon in de naam van de Heer Jezus, die overwonnen heeft aan
't Kruis en met Zijn bloed ons gereinigd heeft, dat hij weg moet gaan uit het
kind, terug naar de hel, waar hij thuis hoort. Ik verbied hemin iemand anders te
gaan of ooit in het kind terug te keren.
Het arme meisje verlaat het huis even bezeten als zij kwam. Ik ben diep
ongelukkig. Wat is mijn geloof zwak, mijn kracht klein. Is 't dan toch maar
theorie wat ik verkondig en is 't fiasco, als de praktijk komt?
Ik klop aan de deur van de studeerkamer van de dominee. Hij ontvangt me
vriendelijk.
“U moet me helpen,” zeg ik. “Mijn geloof is te klein, nu moet u 't doen,” en ik
vertel hem mijn ervaring. Verschrikt kijkt hij op en zegt:
“Neen, dat is een terrein, waarop ik weiger mij te begeven.” “Maar wie moet 't
dan doen? U bent de herder van deze schapen. U hebt toch de beloften. Lees dan
Marcus 16:17.”
Hij neemt de Bijbel en leest: 'Degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze
tekenen volgen; in Mijn naam zullen zij duivelen uitwerpen.' En vers 20: “En zij
uitgegaan zijnde, predikten overal en de Here wrocht mede, en bevestigde het
woord door tekenen, die daarop volgden.” De dominee slaat zijn handen voor zijn
gezicht. Zijn lezen gaat in gebed over en ik hoor hem fluisteren: 'Vergeef mij,
Heer, dat ik mijn plicht ver-zaakt heb.'
Een grote vreugde komt in mijn hart.
Daarom moest ik dit fiasco beleven. Deze herder moest iets leren en ik ben
daarvoor gebruikt.
Als ik 's avonds vertrek, is 't geen duisternis, maar dankbaarheid in mijn hart-
Ik begrijp 't nog wel niet, maar 't alles is goed.
Jezus is overwinnaar.
Twee dagen later krijg ik een brief uit de pastorie: 'Corrie, er is iets
heerlijks gebeurd.
Toen de moeder en de dochter over de drempel van hun eigen huis gingen, verliet
de demon het kind. Beiden kwamen vanmorgen bij mij vol lof en dank aan Hem, die
Zijn beloften ernstig heeft gemeend. Mijn man vraagt of je nog eens wilt komen
en dan langer dan drie dagen.' Maar ik weet, dat dit niet hoeft.
Jezus is overwinnaar en Hij gebruikt ieder, die gehoorzamen wil.
Wat Zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet.
|
Nevenstaand verhaal komt uit het boek 'Omnibus: In Hem geborgen, Onbegrijpelijke liefde, Marsorders voor de
eindstrijd' van Corrie ten Boom. Dit boek is
momenteel in herdruk. De gegevens:
-
Omnibus: In Hem geborgen, Onbegrijpelijke liefde, Marsorders voor de
eindstrijd (in herdruk)
- Corrie ten Boom
- ISBN: 90
6318 0586
- 304 pagina's
- € 14,50 (september
2006)
-
Uitgeverij Novapres
|