Voorpagina
Verhalen
Overdenkingen
Bijbelartikelen


 

Verhalen
 

Op deze pagina

Koppelingen

Bij God zijn alle dingen mogelijk

Gedurende zijn leven leerde William Duma, door een intieme omgang met Jezus, Gods stem steeds beter te verstaan. Onderstaand verhaal, dat zich afspeelt in Zoeloeland, Zuid-Afrika, is daarvan een illustratie.

William DumaOp een schitterende morgen stond Duma peinzend naar zijn groententuin te kijken. De tuin leek wel een beetje op de hof van Eden. Maar niet alleen die stralende ochtend trok zijn aandacht. Het was tegen het eind van de veertiger jaren.
Pastor Duma was net teruggekeerd van zijn jaarlijkse bezinning op de berg waar hij werd gezalfd. Hij had er vele dagen vastend doorgebracht, alleen met God. Hij was hernieuwd en zich volledig bewust van de onmiddellijke Kracht en Aanwezigheid van God. De telefoon rinkelde - met verschrikte stem hoorde men hem uitroepen: “O nee ! O NEE !” Bhengu, een man van middelbare leeftijd en tevens evangelist in een landelijke streek van Zoeloeland, meldde Duma het overlijden van zijn zeventienjarige dochter Litta. Ze was de vorige avond gestorven nadat ze drie weken lang hevig ziek was geweest. Bhengu was een gezegend man met een groot geloof. Hij had gebeden en gevast voor de genezing van zijn dochter. Tijdens zijn voorbeden had hij zich onmiskenbaar door de Heilige Geest geleid gevoeld om er geen medische hulp bij te halen - hij moest God volledig vertrouwen. Duma had zich nooit tegen medische hulp gekant. In tegendeel, als hij ertoe werd geleid, zou hij die zelfs voorstellen. Steeds opnieuw zocht Bhengu God op dit vlak maar hij ontving telkens het onwrikbare antwoord: “Vertrouw alleen op MIJ”. Nu lag Litta dood op haar matras op de vloer. Na het telefoongesprek was Duma als verlamd. Hij had ook gebeden, maar de helderheid die zijn gebed had omringd en de bemoediging die hij had ontvangen, verdwenen geheel in een zwart gat. Het meisje was steeds minder en minder gaan eten en was er snel op achteruitgegaan. Ondanks het protest van familie en vrienden kon en durfde Bhengu niet ongehoorzaam zijn aan het mysterieuze bevel dat God hem had opgelegd om Hem alleen te vertrouwen. Volgens de landelijke wet werd de politie verwittigd. Zij onderzochten nauwkeurig het lijk en stelden een overlijdingsakte op.
Duma verliet onmiddellijk Durban voor de begrafenis. Hij werd zeven kilometer voor zijn eindbestemming afgezet. Terwijl hij teneergeslagen verder wandelde, merkte hij plots hoe de Heilige Geest zijn geest oprichtte. Vreugde overwon zijn verdriet. Hij realiseerde zich dat hij een onmogelijk verzoek aan God deed. Hij wilde dat Litta uit de dood zou opstaan tot grotere glorie van God. Onderweg kreeg hij een lawine van beledigingen te horen van arbeiders, vrouwen en mannen te paard of te voet. Hij was er totaal onontvankelijk voor want niets drong doorheen zijn intens onderhoud met God. Mensen van de omgeving waren verontwaardigd omdat er geen dokter bijgeroepen was. Ze joelden : "Is dat de leer van je kerk ? Je moest je schamen." Verscholen in een onzichtbare tent met de Heer legde hij het laatste deel van zijn reis af. Tegen het eind van de tocht voegden zich twee gezellen, die hem op-wachtten, bij hem. Mevrouw Magwaza, een bijzondere vrouw, fluisterde: “Mfundisi, als je voor Litta had gebeden, dan was ze niet gestorven.” De oude echo van Bethanië kwam over zijn vervulde geest. Jali, een nederig en heilig man uit de kerk van Duma liep zwijgend naast hem. Waar de geliefde Jali wandel-de, daar wandelde ook zijn Heer.
Naarmate ze het huis naderden hoorden ze een zacht gezang. Het was een favoriete hymne van vertroosting : “Denk aan de thuishaven aan de overkant”. Het onophoudelijk geluid van spittende spaden was een macabere begeleiding bij dit lied van hoop. Duma stapte achteloos verder met opgeheven hoofd, afgezonderd alsof hij zich in een andere dimensie bevond. Hij begroette niemand, hij zag niemand. Hij ging het huis binnen en liep door de overbevolkte kamers naar de plaats waar Litta stijf op haar matras lag. Hij sloot de deur en stond alleen haar ouders, Jali en Mevrouw Magwaza toe bij hem te blijven. Hij onderzocht het meisje om er zich van te vergewissen dat ze dood was. Ze was ijskoud, geen hartslag. Jali die in de stam-men bedreven was in het vaststellen van de dood, zei : “Ze is heengegaan.” De ervaren Mevrouw Magwaza bevestigde zijn uitspraak. Zelfs Duma had genoeg doden onderzocht om te weten, dat er geen twijfel mogelijk was. Dit was geen coma-teuze toestand. Litta was dood.
In de dodenkamer was Duma sterk onder invloed van een bovennatuurlijke kracht. De vier toeschouwers zagen hem totaal opgaan in een onzichtbare Aanwezigheid, weken intuïtief achteruit en gingen pal tegen de muur staan. Ze waren totaal buiten de grenzen van zijn ervaring. Ze zagen niet hun eenvoudige kleine pastor met zijn stille stem, maar een man met een nieuwe gestalte, vervuld met autoriteit, geestelijk ver van hen verwijderd. Hij vroeg een kommetje water en een kleine handdoek. Zachtjes waste hij het gezicht van het meisje. Voor hem stond de tijd stil. Hij stond recht en zwijgend zalfde hij Litta met olie. Plots zakte hij door de knieën. Hij kon niet langer blijven staan. Nog steeds knielend nam hij de handen van het meisje, die volledig verstijfd waren in de onverzette-lijke greep van de dood. Met een ruk trok hij ze uit elkaar en legde ze gespreid naast haar lichaam. Toen ging hij, zoals Elisa had gedaan, op haar lichaam liggen, ledematen op ledematen. Terwijl hij aan de auteur verder vertelde wat volgde, verander-de zijn stem lichtjes alsof hij opnieuw de mysterieuze dimensie ervoer waarin hij zich had bewogen, zo lang geleden. Hij beschreef zijn belevenis als volgt : "Ik bad enkele woorden in mijn eigen taal en verloor dan mijn 'mens zijn'. Ik was niet langer een persoon. Ik wist niet wat ik zei. Ik sprak niet in andere tongen, maar verder dan tongen. Ik was me niet bewust van mijn verstand of gedachten. Ik was niet langer in mijn lichaam maar geheel in de Geest en ik kan niet zeggen hoe. Ik vergat alles, wie ik was, wat ik was en wat er gebeurde. Ik weet alleen dat ik in een stem, luider dan de mijne, op een of andere manier versterkt, ‘Litta’ riep.
Bijna onmiddellijk voelde ik een sterk duwende beweging tegen mijn borst. Ik rolde van het lichaam op de matras en op de vloer. Ik kon niet rechtkomen. Ik draaide me om en keek naar Litta. Er was een lichte beweging merkbaar. We keken naar haar, durfden haast niet te ademen. Beetje bij beetje werd Litta omhooggeheven, totdat ze rechtop zat en ons met ver-baasde, onherbare ogen aankeek. Ik probeerde recht te staan. Ik wilde zover mogelijk weglopen van dit huis, van de Machtige Aanwezigheid van God die me te overweldigend werd. Liet beving me volledig. Maar ik kon alleen op mijn knieën kruipen. Ik kon niet staan. Ik zweette geweldig. Iemand trok me recht, bracht me naar een bed en gaf me droge kleren. Drie dagen lang kon ik mijn handen niet opheffen noch lopen. Mijn enig voedsel was pawpaw of amasi. Ze brachten me in een auto naar het huis van mijn zoon Enoch die me verzorgde en voedde. Gedurende drie weken was ik totaal uitgeput en zag ik alle mensen dubbel.
Ik hoorde later dat Litta regelmatig twee eetlepels melk kreeg van haar jongere zus. Haar ouders waren te geschrokken en te bang om zelfs de kamer binnen te gaan. Het duurde zeven dagen voor Litta op haar knieën kroop terwijl ze zich vasthield aan de muur. Toen men pas vernomen had dat Litta rechtop tegen de muur zat, waren degenen die gekomen waren om de familie te troosten, gevlucht. Later mochten ze één voor één langs haar raam gaan om te zien dat ze echt weer levend was. Daarna kwamen mensen van heinde en ver naar het huis van Litta om dank te zeggen en God te loven en te prijzen.”
Pastor Duma sprak met ontzag over zijn bovennatuurlijke ervaring : “Het bewijs van de sterke aanwezigheid van de Heilige Geest heeft me tot de hoogten en diepten van sprakeloze dankzegging gebracht. Nochtans wil ik nooit meer, tenminste als het van mezelf afhangt, door de donkere grotten van die glorieuze dag wandelen. Er was een keerzijde aan de medaille toen God me bezocht en zei: ‘Duma, mijn dienaar, je zit in het stof voor de rest van je leven. Hetgeen je gezien hebt werd je toegestaan omwille van je groot geloof en je nederige geest. Wees op je hoede voor trots, kijk uit en bid, anders zal satan je vernietigen met zijn vergif.’ Deze onbeschrijfelijke ervaring had een versterkt geloof en verdiept geestelijk leven tot gevolg. ‘Alles is mogelijk voor hem die gelooft’ was nu diep gegraveerd in de hoeksteen van mijn geest. Ik voelde en kende Gods genade zoals nooit voordien. Toch werd ik haast verpletterd door Zijn Majesteit en Koningschap. De grootheid van Zijn neerbuigende liefde verduidelijkte de onmeetbare afstand tussen Zijn onbevlekte Heiligheid en de zondige mensheid. Nu pas begreep ik de strofe van de bekende hymne :
“O, hoe zal ik, wiens omgeving donker is,
wiens gedachten duister,
verschijnen voor de Onuitsprekelijke,
En op mijn naakte geest
Zijn eeuwige straling verdragen ?”
In mijn gebed dankte ik Hem dat mijn geest naar mijn lichaam was teruggekeerd - ik wist weer wie ik was: ‘Wie ben ik, dat de Heer zulke grote dingen aan mij openbaart?’”
Terwijl de geest van Duma uit zijn lichaam was, bevond Litta zich in een onbeschrijfelijke plaats vol licht en schoonheid. Ze zag de Heer die Zijn handen naar haar uitstrekte en haar dich-terbij riep. Hij bracht haar zachtjes naar een uitkijkpunt en gebood haar naar beneden te kijken. Ze zag Duma zich over haar uitstrekken. Terwijl Litta naar het drama keek, zei de Heer teder : “Dochter, je moet terugkeren.”
Na haar herstel vergezelde Litta Duma om in blanke en zwarte kerken met een diepe vreugde te getuigen. Vóór haar ziekte stond ze reeds bekend om haar toewijding aan Christus. Na haar bovennatuurlijke ervaring was ze omhuld met een zalving die gehele gemeenten in tranen deed uitbarsten. In de vrouwenbijeenkomsten vroeg men haar vaak te stoppen want de opgeheven sluier was soms meer dan de toehoorders kon-den verdragen. Haar stem had een ontroering alsof ze zich een schoonheid herinnerde die ze verloren had. Haar gezicht was vaak stralend door haar tranen heen. Na die periode sprak Duma er nog zelden over. Zijn heilige der heiligen mocht niet bezoedeld worden door sensatiepraatjes.
Het verhaal van de opwekking van Litta sijpelde door tot in Durban en Duma werd overvallen door vele journalisten. Hij weigerde stellig elke vorm van publiciteit; alleen God kwam alle glorie toe.

(Uit: Licht aan de horizon, Mary Garnett)

Naar boven

Licht aan de horzon

Licht aan de horizon

Nevenstaand verhaal is afkomstig uit het boek 'Licht aan de horizon' met als ondertitel 'Ontdek het geheim van het Koninkrijk van God in het leven van William Duma'. De gegevens van het boek:

  • Licht aan de horizon
  • Mary Garnett
  • ISBN: 974901
  • 264 pagina's
  • € (uitverkocht)
  • Face To Face Printing & Publishing House

Take Your Glory Lord

De Nederlandse uitgave is niet meer verkrijgbaar. De Engelstalige versie Take Your Glory Lord is wel verkrijgbaar:

Take Your Glory Lord

Nieuw op Bemoediging.net

Binnenkort op Bemoediging.net

opsommingsteken Jennifer Toledo over 'The Weeping Room'
opsommingsteken Dick van Keulen (nieuwe audio en video)
opsommingsteken George Müller
De webstek is voor het laatst bijgewerkt op 15-11-2006

RSS-kanaal XML/RSS-kanaal

Add to Google

 

Nieuwsbrief

Als je op de hoogte gebracht wilt worden van nieuwe artikelen, audio en andere wijzigingen, kun je je naam en e-mailadres aan de verzendlijst van de nieuwsbrief toevoegen met onderstaand formulier:

Naam:

E-mailadres:

Afmelden is net zo eenvoudig: klik hier voor het formulier.

Klik hier voor de laatste nieuwsbrief.

Contact

Om ons een mailtje te sturen kun je van het onderstaande formulier gebruik maken:




 

 

 
 
Ik, Ikzelf ben het die u bemoedigt!
 (Jesaja 51:12)
© Bemoediging.net
[Voorpagina] [Verhalen] [Overdenkingen] [Nieuws] [Overzicht]