Op deze pagina
Koppelingen
|
Door Dick en Ann van Stelten
Dick van Stelten is in Nederland predikant geweest, maar
werkt nu al meer dan 20 jaar in Zuid Afrika onder de Zulu's. Tot
2000 was hij de leider van een bijbelschool in de buurt van
Swaziland.
In 'Shadrack ontmoet Jezus' vertellen Dick en Ann van Stelten het
prachtige verhaal over het wonder van een ontmoeting tussen Shadrack en
Jezus. En het bleef niet bij die ene ontmoeting.
Toen Ann en ik vrijdagmiddag terugkwamen van
het dorp en het terrein van de Bijbelschool opreden, zagen we Louise, onze huismoeder, met iemand op het
muurtje van de waranda zitten. Eerst dachten we, dat hij een student was. We
vroegen ons af of de studenten nog niet naar de Prayer Mountain gebracht
waren, waar hun onderkomens waren. Maar toen de man opstond en in onze
richting stapte, zagen we dat hij een vreemde was. Ik liet onze auto
stilhouden en liep hem tegemoet over het grasveld. Louise trachtte me iets te beduiden.
Hij kwam met grote stappen dreigend op me af. Louise riep zachtjes:
“He has demons”.
Toen hij een paar meter van me af was,
schreeuwde hij:
“Are you the priest? You are a dead man. I am going to kill you.”
(Ben jij de priester? Je bent er geweest. Ik ga je doodmaken).
Ik zei:
“I rebuke you in Jesus' Name!” (Ik bestraf je in de Naam van Jezus). Op hetzelfde moment sloeg hij als
een paal tegen de grond als door de bliksem getroffen. Het vervulde mij
met ontzag voor God, toen de man als een blok tegen de grond sloeg. Wij
bevalen de boze geest hem te verlaten. Hij kwam weer bij, krabbelde
overeind en vroeg verward:
“Waar ben ik? Ik wil hier weg!” Hij stond op en liep naar de achterkant van
het huis. Ik volgde hem. Toen ik hem vroeg:
“Hoe heet je?” , antwoordde hij:
“ Shadrack ”.
Hij was nu een gewoon mens in nood. Ik zei:
“Shadrack, Jezus heeft je lief!” Tranen sprongen in zijn ogen.
Hij zei: “Ik heb hulp nodig”. We namen hem mee naar ons huis.
Hoewel hij een grote sterke kerel was, bleek
hij pas 17 jaar te zijn. Hij keek schichtig om zich heen. Hij vroeg:
“Are you mr Dick? I must kill you.' Toen vertelde hij ons zijn
verhaal. Een aantal jaren geleden had een boze geest met de naam Drako
bezit van hem genomen. Hij had hem gezegd:
“Ik ben nou je baas. Je moet mij gehoorzamen”. Dat werken voor
Drako betekende, dat hij mensen moest doden en meisjes verkrachten. Hij
liet hem bloed drinken. Als Shadrack hem niet zou gehoorzamen, zou hij
zelf gedood worden. Gisternacht zei Drako tegen
hem dat hij mr. Dick moest doden “because he takes my people.” Shadrack
zei:
“Ik ken mr. Dick niet”. Toen toonde de demon hem een foto van mr.
Dick. Shadrack vroeg hem:
“Waarom doe je het niet zelf? Het antwoord was:
“Omdat ik bang ben”. En zo bracht de Heer hem in ons
huis en onder het gehoor van het Evangelie.
Ann en ik vertelden hem over Jezus,
van Wie hij niets wist. Hij beleed zijn zonden. En hij vroeg Jezus hem
te helpen. Maar toen hij ons wilde nazeggen: “Jezus, kom in mijn hart”,
kon hij het niet zeggen, want plotseling greep de demon hem weer aan en
schreeuwde tegen mij: “I will kill you because you take my people”. Wij
bestraften hem en onmiddellijk viel hij achterover in de bank. We bleven
hem gelasten uit te gaan. Hij schreeuwde: “Raak mij niet aan”. Toen zei
hij: “I go out now. Good bye, Shadrack”. Het klonk nog komisch ook.
Shadrack was nu een ander mens, een normaal
mens. Hij zei, dat hij Jezus wilde leren kennen, en zelfs dat hij naar
de Bijbelschool wilde komen. We haalden een paar studenten van de Prayer
Mountain om Shadrack verder te helpen en de nacht met hem door te
brengen.
Samen met hen zijn we nog lange tijd bezig geweest om Shadrack in te
leiden in het leven met de Heer. Shadrack vertelde hoe zijn Moeder hem
naar toverdokters had gebracht, die hem tovermedicijnen gaven,
insnijdingen in zijn lichaam maakten, waarbij zijn bloed in het
stromende water van de rivier drupte. Maar het had hem alleen maar van
kwaad tot erger gebracht. Natuurlijk! Sipho legde uit, dat op deze
manier een verbond met de boze wordt gemaakt, en ook dat de aanbidding
van de vooroudergeesten en toverpraktijken opening geven voor
de boze. Shadrack luisterde zeer intens, zijn gezicht zo anders nu. Hij zag de
praktijken waarmee hij was opgegroeid nu als zonde. Hij beleed alles, zwoer de duivel en zijn praktijken af.
Zonder dat wij enige aandrang uitoefenden begon hij zelf tot de Heer te
spreken, met open ogen. En tot mijn verbazing haalde hij opeens sigaretten
uit zijn zak tevoorschijn en legde ze op tafel samen met een doosje
lucifers. We baden voor hem en voelden ons geleid hem te zalven: zijn
handen, polsen, zijn voeten, ogen, oren en mond, zijn hoofd(zijn
gedachten): een nieuw eigendomsmerk op hem.
Het eigendomsmerk van Jezus in plaats van de tekenen van de boze. Shadracks
gezicht was vol vrede. De volgende dag bracht hij bij de studenten
door op de Prayer Mountain. Zij legden hem de dingen van God uit. Toen
ik hem kwam halen die middag, straalde hij. Hij zei dat Drako vanmorgen bij hem kwam, maar dat hij gezegd heeft:
“Drako,
I do not want to talk to you. Go away in Jesus Name”. Toen verdween Drako onmiddellijk.
Verder zei Shadrack tegen me, dat hij graag gedoopt wilde worden. Dat is
gebeurd de volgende dag. In de dienst die we hadden, las Shadrack de
eerste verzen van Ps 30 voor:
“Ik zal U verhogen, Here, want Gij hebt mij opgetrokken en mijn
vijanden geen vreugde over mij gegeven Gij hebt mij genezen. Gij hebt
mij leven gegeven.” Shadrack vervolgde: “Dat heeft Hij voor mij
gedaan. Ik ben Hem zo dankbaar. Ik wil nu voor Hem leven. Ik wil nooit
meer terug naar het oude leven. Ik heb Hem lief met heel mijn hart.”
Op mijn vraag “Wat verhindert hem om gedoopt te worden?” was
natuurlijk ieders reactie niets! En toen heeft een van de studenten hem
gedoopt in het waterbassin bij de Bijbelschool. 's Maandags zat Shadrack
in de les samen met de studenten van de Bijbelschool. Wat had God het
gemene plan van de duivel wonderlijk ten goede gebruikt! De duivel had
Shadrack willen gebruiken om het Woord van God uit mijn mond in de
Bijbelschool tot zwijgen te brengen. Maar nu zat Shadrack zelf dag in
dag uit aan de voeten van Jezus te luisteren naar Zijn Woord.
|
|