|
Probeer het met Jezus
Jackie Pullinger brengt het Evangelie bij de armen,
drugsverslaafden, criminelen en prostituees in Hong Kong.
Onderstaand verhaal gaat over de ontmoeting met Ah Kei, de 'keizer onder
de bendeleiders', met vele honderden mensen onder zich. Jackie Pullinger
wil hem graag over Jezus vertellen. Ze ontmoet hem om kwart over twaalf
's nachts, bij een Chaiwanese straatkraam.
De fluorescentie-lampen wierpen hun poel van scherp licht in het
zwart van de nacht. Ah Kei dook op uit de schaduwen in oorlogsstemming.
"Poon Siu Jeh," zei hij uitdagend, "als u mij kunt
bekeren, geef ik u een duizendtal volgelingen." Hij genoot ervan mij
aldus de handschoen toe te werpen; het was inderdaad alsof we ons daar
voor een duel gereed maakten, zoals hij daar spottend stond met zijn
zwartleren handschoenen aan.
"Ik kan u niet bekeren, Ah Kei," antwoordde ik. Het was duidelijk tot
wie ik sprak, gezien de reacties vol ontzag van onze secondanten. "Als u
in Jezus gelooft, is dat uw besluit. En u kunt ook uw sai lo's
niet vertellen in Jezus te geloven; zij zullen voor zichzelf moeten
beslissen."
Er stond ons een lange nacht te wachten. Ah Kei had geruchten gehoord
over wat er in Chaiwan was gebeurd en als daar een opwekking ging
plaatsvinden, wilde hij die onder controle hebben. Hij zette zich aan
onze tafel en bestelde schotels en nog eens schotels met duur voedsel en
drank. Hij strooide zijn mildheid rond door duidelijk iedereen om zich
heen uit te nodigen om te eten. Hij wilde er duidelijk voor zorgen dat
we allen wisten hoeveel honderden dollars hij uitgaf en hoe goedgeefs
hij was. Zelf at hij niets en hij gaf er weinig om of ik wel of geen
honger had; dit was zuiver machtsvertoon.
Ik liet hem foto's zien van Ah Mo, vlezig en gezond nu hij van de drugs
af was. Ah Kei kende hem goed, daar zij vroeger samen drugs hadden
verkocht. Het zette hem aan het nadenken en na de maaltijd nodigde hij
mij uit hem te begeleiden naar een geheime bestemming waar hij mij iets
wilde laten zien. We begonnen naar het bouwvallige gedeelte van de stad
te lopen, waarvan hij de onderwereld beheerste. Hij droeg zijn regenjas
over een schouder en wendde zich toen plotseling tot mij: "Poon Siu Jeh,
kijk jij neer op drugsverslaafden?"
Ik vond dat een moeilijk te beantwoorden vraag zonder neerbuigend te
lijken, behalve voor een christen.
"Nee, ik niet, Ah Kei. Want zij zijn de mensen voor wie Jezus naar de
wereld kwam." "Ben jij bereid met een van hen vrienden te worden?" vroeg
hij, en we wisten beiden op wie hij doelde.
"In feite bekritiseren de mensen in de Ommuurde Stad mij omdat ik eerder
vrienden word met een verslaafde dan met iemand, die vindt dat zijn
leven in orde is," antwoordde ik.
Tegen deze tijd waren we bij een onverlicht pad gekomen dat tussen de
bouwvallige barakken door leidde. Wij liepen in stilte door tot Ah Kei
aan de buitenzijde van een golfijzeren keet stopte. De duisternis buiten
verried niets van het heldere licht binnen, en toen Ah Kei door het
verduisteringsmateriaal heen schoof, staarde ik plotseling naar enige
tientallen verraste gokkers. De deurwachter kwam op ons af - hoewel dit
één van Ah Kei's eigen tenten was, waren ze kennelijk ongerust over de
aanwezigheid van een vreemde westerse dame op dat tijdstip, drie uur 's
ochtends. Ah Kei hief zijn hand op; er volgde een diepe stilte.
"Niet bang zijn," zei hij, "zij kijkt niet op ons neer, zij is een
christen en zij komt ons over Jezus vertellen." Hij gaf mij toen het
woord en nodigde mij uit te prediken.
Daarna nam hij me mee naar zijn opiumtent er vlak naast. Binnen in de
tent zag ik een vreselijk schouwspel - er lagen kleine grijze en gele
oude mannen op een laag platform, dat bedekt was met vuil en slijk. Er
stonden halflege kopjes groene thee en grote kommen gevuld met smerig
speeksel en ander bezinksel. De mannen lagen erbij als reusachtige
steekvliegen, meer ledematen dan lichaam, en de helft van hen was buiten
bewustzijn. De "weerman" die bij de deur zat, keek zeer gealarmeerd, tot
Ah Kei sprak. Hij herhaalde wat hij eerder had gezegd: "Niet bang zijn.
Zij kijkt niet op ons neer. Zij is een christen. Zij komt ons over Jezus
vertellen."
Allen die zowaar nog bij bewustzijn waren, luisterden aandachtig naar
wat ik te zeggen had en toen ik wegging, gaf ik hen een stapel van mijn
Chinese Bijbels en vertalingen van Het Kruis in de Asfaltjungle.
Het spreken over Jezus in deze twee holen was op zichzelf al
verbazingwekkend, maar nu werd Ah Kei een vastberaden evangelist; hij
stond erop dat we samen meer van zijn rijk van drugs, ontucht en
gokholen bezochten. We reisden van Chaiwan naar Skaukiwan en bezochten
toen Lyemun, Kwun Tong, en Ngautaukok. Op elke plaats introduceerde hij
mij als een christen; en iedere keer hoorden zij mij met respect aan.
Het was een verbazingwekkende tocht door de verdorvenheid. Ik
verspreidde overal Chinese Bijbels bij het weggaan.
In één van de tenten brachten ze een man naar me toe, die
dubbelgevouwen lag van de pijn, zijn gezicht verwrongen van het lijden.
"Poon Siu Jeh, bent u een dokter - bent u een verpleegster - hebt u geld
-kunt u hem naar het ziekenhuis brengen? Hij heeft helse pijn." Zij
dachten dat iedere westerling of rijk, of medisch getraind was.
"Nee, ik ben geen dokter en geen verpleegster en ik heb geen geld om hem
naar het ziekenhuis te brengen - maar ik zal je zeggen wat ik wel kan
doen. Ik zal voor hem bidden," zei ik. Zij lachten een beetje spottend,
maar stemden ermee in een kleine kamer voor ons te zoeken aan de
achterkant, waar het rustig was. En toen stonden ze er nieuwsgierig bij
te kijken wat ik ging doen "Ik bid voor hem op één voorwaarde," kondigde
ik aan. "Niemand gaat lachen wanneer ik tot de levende God ga spreken."
Complete stilte.
Ik legde de zieke man de handen op en bad voor hem in Jezus' naam. Zijn
maag kwam onmiddellijk tot rust en hij stond met een verbaasd gezicht
op. Hij was volkomen genezen. De anderen keken ook een beetje verbaasd;
één van hen vroeg: "Is dit de levende God - Degeen over Wie je ons
vertelde?" Zij begonnen tot geloof te komen, omdat zij door Zijn werken
van kracht zagen Wie Jezus was.
|
Jackie
Pullinger vertelt over haar ervaringen in Hong Kong aan de hand van
1 Corintiers 1:18-31("wat voor de wereld dwaas is, heeft God
uitverkoren om de wijzen te beschamen").
-
God uses foolish things - Part 1
-
Taal: Engels
-
Inhoud: audiobestand (mp3)
-
Duur: 43 minuten
-
Bestandsgrootte: 7,404 MB
-
Bitsnelheid: 24kbps
|