Voorpagina
Verhalen
Overdenkingen
Bijbelartikelen


 

Antoine Bodar
 

Op deze pagina

Koppelingen

Het Verhaal van God met Antoine Bodar (vervolg)

Terug naar het begin

Het priesterleven is in zekere zin een strijdbaar leven gebleken. Het gebeurde zo, dat ik na die wijding in een Amsterdamse kerk terecht kwam. Daar kwamen veel mensen naar toe. Daar kwámen al veel mensen, laat ik het niet overdrijven. Maar toen ik er was, omdat ik veel naar buiten trad ook, kwamen daar heel veel mensen. Ik ben op een gegeven moment uit die kerk verwijderd geworden, begin '96. Wat toch achteraf rustig mag worden samengevat als dat teveel een bepaalde persoon de aandacht trok. En dat men ook daar twijfelde.
Mensen die het niet met je eens zijn, zullen natuurlijk altijd zoeken waarmee ze je kunnen verslaan. Men probeerde mij te verslaan door mijn (on)oprechtheid aan de orde te stellen. Door bijvoorbeeld te formuleren: “Ja, Bodar kan wel mooi de liturgie leiden, hij kan wel mooi preken, maar de man is natuurlijk alleen maar een toneelspeler. Het gaat hem natuurlijk alleen om hemzelf. Het gaat niet om God, het gaat om hemzelf.” Zo'n verwijt is een verwijt dat ik wel kan begrijpen natuurlijk.
Toen ik uit die kerk was gebonjourd, weggestuurd, heb ik een periode gehad van een paar jaar dat ik dus wel de mis mocht doen. Want de katholieke eredienst heeft te maken met de dagelijkse Heilige Mis die je als priester opdraagt, de viering van de eucharistie, het avondmaal. En dat deden we op een gegeven moment in een kelder ergens, waar een kapel was gemaakt.
Naderhand kwam ik ergens in een kaal kerkje in Amsterdam Zuid. En dat kale kerkje in Amsterdam Zuid had dus niets wat in de katholieke traditie, meer dan in de protestantse traditie, gebruikelijk is, dat je als het ware de omgeving mag aanwenden, of dat God de omgeving aanwendt, gebruikt, om jou bij Hem op te tillen.
Dus niet alleen het Woord, wat natuurlijk de kern is, waaronder alle christenen staan. God kan ook je doen bewegen dat Hij er is, bijvoorbeeld doordat je in de natuur verkeert, of in een bos loopt en je hoort een vogel fluiten. Of je hoort de muziek van Bach, of je leest een boek, of je leest een gedicht, of je leest eenvoudigweg de Schrift. Het kan gebeuren dat Hij zich daardoor ook gewaar doet worden, wat Achteraf zie ik nu, hoewel het een zware periode was,  zie ik nu daar ook de vruchten van. Omdat je namelijk toen werd gedwongen om helemaal niet, ook niet maar enigszins, te leunen op de omgeving, maar alleen maar om op God zelf gericht te zijn.ook kan wanneer je in een kerkgebouw bent.
Toen kwam ik in kerkgebouw wat een soort schuur was. Dat kon net zo goed een biljartfabriek zijn. Of een crematorium. En daar moest ik dus ook de liturgie vieren.
Dat was in zoverre wel een zware tijd dat daar eigenlijk helemaal geen mensen bij mochten zijn. Op een gegeven moment wisten mensen toch dat je daar was, en kwamen er toch mensen naar toe. De dissidenten zal ik maar zeggen. Dat was wel een periode van verschoptheid. Maar ook dan was het zaak om gewoon vol te houden.
Achteraf zie ik nu, hoewel het een zware periode was, zie ik nu daar ook de vruchten van. Omdat je namelijk toen werd gedwongen om helemaal niet, ook niet maar enigszins, te leunen op de omgeving, maar alleen maar om op God zelf gericht te zijn.
Voordien hoopte ik dat ook al te zijn, wat ik misschien ook wel was, maar in ieder geval is dat weer verdiept toen ik in die schuur daar was. Toen was je dus iemand die met veel rellen gewijd was in '92, die al veel tegenstand gehad had voordien. Die daarna heel veel mensen in de kerk waar hij stond had gekregen. Die daarna was weggestuurd, wederom een grote rel. En je zit dan in zo'n kelder, en moet dan toch ook voort. Dus dat was wel, achteraf gezien, een moeilijke periode.

Ik denk dat Hij het gebruikt heeft. Hoewel in de periode in Rome het in het zicht staan wel steeds is gebleven - omdat ik steeds ben overgevlogen naar Nederland, op uitnodiging. – toch heb ik eigenlijk de verborgenheid veel meer omhelsd. Daarom is het merkwaardig dat, nu ik daar helemaal van weg gegroeid ben, dat nu ineens een wending gaat nemen. En dat ik nu dus kennelijk op een hele open plaats, een hele duidelijk plek, waar iedereen je kan vinden, in zo'n hele grote kerk wordt geplaatst.

Het verhaal van God met mij is, dat Hij mij door het hele leven heeft meegenomen. Ook in een periode dat ik Hem niet zag, of dat ik Hem niet trouw was, Hij was altijd trouw.Merkwaardig
Ja, dat is merkwaardig, ja. Ik heb grote bewondering voor Jozef, maar ik zou me niet met Jozef durven meten. Maar God doet zo met mensen, ja. En wat wij moeten doen als mens, is proberen om tegen alles in God trouw te zijn. En daarmee onszelf. En dat is niet altijd makkelijk.
God is altijd trouw en wij niet.
Dus het verhaal van God met mij is, dat Hij mij door het hele leven heeft meegenomen. Ook in een periode dat ik Hem niet zag, of dat ik Hem niet trouw was, Hij was altijd trouw.
Dat vind ik ook troostrijk om tegen anderen te zeggen. En dat is voor mij ook troostrijk geweest en is nog troostrijk en dat zal ook troostrijk worden in de toekomst. Dat als je probeert om ondanks alles je naar Hem te richten en je valt, terugvalt, of trouweloos bent, dat je dan toch je wederom tot Hem wendt en zegt: ik kom bij U terug. Ik ben altijd uw verloren zoon, niet alleen maar een periode. Je bent altijd een kind van God maar ook altijd verloren, gedeeltelijk.

Nu is een periode gekomen, dat ik niet weet wat God verder met mij voorheeft. Het bekruipt mij zeer om vooral in Rome te mogen blijven. Niet te hoeven naar 's-Hertogenbosch. Dat moet ik eerlijk zeggen. Dat is vooral bewust geworden, nu die benoeming een paar maanden geleden is. Stiekem hoop ik wel eens dat het allemaal niet doorgaat.
Maar ik probeer daarin ook stil te zijn en te zeggen: nou goed, U maakt het maar uit en U ziet het maar. Ik bedoel: ik kan morgen dood zijn maar ik kan ook een tijdje voort. Het is al naar gelang het nodig is. Zo zit het ongeveer. Zo zie ik het althans. Zo kan ik het verwoorden.

Wat ik in mijzelf wel zie, dat is - dat zeg ik niet ten mijnen voordele maar eerder ten mijnen nadele - dat ik in mijzelf bespeur toch gaarne mijn leven in eigen hand te willen nemen.Wat ik in mijzelf wel zie, dat is - dat zeg ik niet ten mijnen voordele maar eerder ten mijnen nadele - dat ik in mijzelf bespeur toch gaarne mijn leven in eigen hand te willen nemen. En te zeggen: als U mij nou eens rustig hier laat in Italië, rustig teruggetrokken leven met boeken, dan kan ik heel veel theologie bedrijven en ook heel veel schrijven enzovoort. Daar terug in Nederland met al die agressie en al die zaken die kennelijk ook allemaal moeten, liever niet.
En kan ik het wel? Dat is natuurlijk ook een kwestie van gebrek aan vertrouwen. Ik ben bijvoorbeeld geen manager.
Ik heb de afgelopen twee maanden besteed aan brieven schrijven in plaats van studeren en schrijven. Goed, in brieven kun je ook proberen mensen nabij te zijn, maar het hoort ook bij iemand die kennelijk die brieven heeft gekregen. Ik zie dat niet als verloren tijd, maar ik zie het wel als anders bestede tijd. Ik zal aan de gemeente tijd moeten besteden. En hoe gaat het als ik in de toekomst in Nederland terugkom? Kan ik ooit nog iets schrijven behalve een preek? Zoiets.

Ja, dus de basis is, dat ik mij meer moet overgeven. Terwijl ik al meende dat ik mij al overgegeven had, merk ik nu, nu ik concreet een stap moet zetten, dat er ook aan de overgave nog het nodige gewonnen kan worden.
Jezus zegt: Ik ben de weg de waarheid en het leven. Ons hele leven moet wij er ons daaraan gewennen, dat wij het niet zijn maar dat Hij het is. Met andere woorden, wij zijn kunnen slechts zijn instrument of zijn knecht zijn. Meer niet.

Heel vaak grijpt God zwakheid aan om Zichzelf in door te kunnen zetten.Paulus zegt op een gegeven moment: nou, ja, ik ga liever gewoon weg, maar als het nodig is, blijf ik nog wel even. Dat komt mij wel bekend voor, hoewel je daar terughoudend in moet zijn. Ik ben liever bij God. Laat mij uit dit leven mogen weggaan. Maar ik wil slechts een instrument zijn in de handen van God.
Al die woorden van Paulus, 'Ik ben zeer zwak', hoe zwak was hij niet? Omdat hij christenen had vervolgd. En hoe zwak ben ik niet, die voortdurend interviews moet geven over hoe ik vroeger heb geleefd. En kennelijk in die zwakheid, die voor de wereld zwak is, komt de kracht van God toch tot uiting. Hij wendt heel vaak zwakke mensen aan. Dat kun je ook in levens van andere mensen zien. Heel vaak grijpt God zwakheid aan om Zichzelf in door te kunnen zetten.

“Roemen op zwakheid geschiedt uit vertrouwen op Gods genade.”
Ik denk dat je nooit kunt terugleunen. Ik ben eerst in een doe-periode geweest, allemaal met van die brieven. Ik probeer nu dus te organiseren hoe dat allemaal zal kunnen gaan in ’s-Hertogenbosch. Enerzijds is dat afgerond. Anderzijds, lukt dat nu met die organisatie? Ik vind dat ik nu in een periode ben, dat ik meer gedwongen ben dan voorheen, om in te zien hoe je op God moet vertrouwen. Die gewaarwording van in zwakheid krachtig zijn, kracht krijgen van God; dat ik dat meer moet mediteren, meer moet overwegen. Dus ik denk dat ik nog een beetje naar beneden moet eerst, voordat ik terug kom naar Nederland.

“Ook als plant is de mens door God gekoesterd, ook zonder kracht is hij bemind, ook zonder nut is hij bedoeld.”
Daar heb ik mee bedoeld: God brengt je terug tot zijn geliefd kind, natuurlijk dat blijf je. Maar soms heb je zelf het idee dat er alleen maar water op gegoten moet worden of voedsel in gestopt, er moet wat drinken ingestopt worden, en dat is dan het hele leven. Het plantenbestaan is mij wel bekend geworden in mijn diepste depressie. Maar ik moet wel zeggen dat ondanks die zware depressie ik me toch altijd bij God heb gevoeld. Dus als plant zelfs, voelde ik me toch door God gekoesterd. Ook al kun je niks uitvoeren.
Ik heb in de afgelopen jaren van mijn priesterschap, zoveel meegemaakt, en ben zozeer God gewaar geworden, dat Hij mij ook in de periode van diepste droogte niet heeft verlaten.Ik heb eigenlijk ontzettend veel te schrijven. Toch ben ik daar nog steeds niet aan toegekomen, onder andere omdat ik daar toen gewoon te ziek voor was. Maar ik voelde me ook, ondanks het feit dat ik niet kon werken, toch door God bemind.
Daarmee voel je je natuurlijk niet erg van nut voor de maatschappij, om het maar even nuttig te zeggen. Maar ook al ben je niet nuttig, dan voel ik mij verbonden met alle mensen die ziek zijn, die oud zijn, maar die evengoed door God bemind zijn. En die evengoed ook bedoeld zijn geweest en nog steeds zijn. Dat bedoelde ik in die ene zin daar uit te leggen.

In die periode heb ik God wel altijd nabij geweten, ook omdat ik op één of andere manier dacht: ik ga dan nu wel liever dood, maar als Hij wil dat ik blijf, dan blijf ik gewoon. Want ik ben niet voor niets Zijn priester geworden.

Ik heb in de afgelopen jaren van mijn priesterschap, zoveel meegemaakt, en ben zozeer God gewaar geworden, dat Hij mij ook in de periode van diepste droogte niet heeft verlaten. Ik heb op mijn manier in mijn trouweloosheid toch gepoogd getrouw te blijven. Alleen dat ik dacht: nu is het leven ongeveer afgelopen. Ik heb helemaal geen behoefte meer om te blijven leven. Als Hij vindt dat het wel moet, dan wacht ik maar eens rustig af.
Wat ik vooral heb geleerd in die periode van die lange depressie van vier jaren , voor zover ik dat heb geleerd - ik heb al aangegeven dat ik het eigenlijk niet heb geleerd, maar ik groei erin - dat je ook in een mensenleven moet wachten op God. Het gaat in dit verhaal weliswaar om wat doet God met ons - daar gaat het natuurlijk ook over, want Hij is het Woord en wij geven het antwoord slechts- maar Hij is ook zelf degene die bepaalt, wanneer Hij zich toont. En dat jij, dat ik moet wachten tot Hij zich toont. Dus wachten op God is een onderdeel van het menselijk leven.

Ik denk ook dat God ons beproeft. Ik denk dat God ook echt beproeft, dat Hij zich niet toont. Hij is er, maar Hij toont zich niet. Omdat dat ook de wil van God is. Om de beproeving te doen zijn. Dus degenen die zeer bemind worden, worden ook beproefd.
In de beproeving en in de kastijding moet je ook leren. Ik denk dat God er is, maar dat God zich van tijd tot tijd om wat voor reden ook, alleen al om jou te laten groeien, terugtrekt. Het is niet voor een reden uitlegbaar. Het is niet monocausaal.
Natuurlijk, dat komt ook aan de orde als je je naar buiten richt en je richt je op de wereld en je laat je gaan in de wereld, of je gaat op in wereldse zaken. Paulus heeft daar goede lessen over te lezen. kijk, op dat moment raak je Hem natuurlijk ook kwijt.
Daarom is het zo belangrijk voor ons dat wij bidden. Want bidden betekent toch in elk geval dat wij vanuit ons mens zijn ons openen naar God. En God wil ook dat wij ons naar Hem openen, opdat wij Hem ook gewaar kunnen worden. Als wij ons bezighouden met wereldse zaken, of we zijn met onszelf te veel bezig, wat ook wereld is in zekere zin, dan raken we God ook kwijt. Maar het kan ook dat er omstandigheden in je leven zijn, dat God iets in een mensenleven kan bewerkstelligen dat Hij zicht niet toont. Waardoor die mens als het ware op zichzelf wordt teruggebracht en beproefd. In de grote geschiedenis van de westerse mystiek en het zal wellicht in de oosterse mystiek ook zo zijn, wordt dat ook beschreven.

Dat depressieve mensen kennelijk een grote realiteitszin hebben geloof ik ook. Tenzij je de gave van de altijd aanwezige blijmoedigheid hebt, wat natuurlijk ook bestaat. Dat is heerlijk natuurlijk, wanneer je van nature altijd een optimist bent, als je altijd de zonzijde van het leven kan zien.
Maar het gebeurt ook dat mensen zo aan de oppervlakte van het leven leven. Of dat ze zo weinig bereid zijn om na te denken over het leven. Ze verdoven zich met televisie, met alle dingen die er zijn. Dan hoeven ze niet na te denken. En dan zeggen ze: het valt nogal mee, want het dagelijks leven gaat wel door.
Dus ik denk dat een mens die depressief van aanleg is en die daardoor wel geneigd is de zwakke kant van het leven te benadrukken, de donkere kant van het leven, de moeilijke kant van het leven, dat zo iemand veel gevoeliger is voor de realiteit.
Anderzijds kan ik ook bevestigen dat wanneer God niet zou bestaan, ik mijn leven niet de moeite waard zou vinden.
Ik zou het mijn ouders niet willen aandoen, om voor hen te sterven. Ik mag zelf dat niet bewerkstelligen. Ik praat even niet over God. Ik praat even over mijn verantwoordelijkheid tegenover de mensen die om mij heen staan, waartoe natuurlijk ook mijn ouders behoren, waaruit ik ben voortgekomen. Ik mag die mensen natuurlijk niet dat verdriet aandoen.
Dus je leven beëindigen mag je niet doen, omdat jij er zelf geen zin meer in hebt. Je moet dat ook van de anderen laten afhangen. En nu kom ik weer bij God terug - je moet vooral rekening houden met de Ander. God dus.

Ik ben pas over de depressie gaan schrijven en gaan spreken toen het min of meer op zijn einde was. Toen heeft het nog bijna een jaar geduurd. Toen ik er over kon praten, toen ik prijs kon geven om er over te praten, heeft dat mijn genezingsproces bevorderd. Maar daarvoor praatte ik er natuurlijk niet over. Ik zweeg daarover. Ja, ik zei het tegen de psychiater. En mijn psychiater heeft mij onmiddellijk geleerd, dat ik kennelijk ook nog in staat was - als ik ergens moest optreden op televisie - dat ik dat gewoon kon verbergen. Dan viel dat als het ware van mij af. Wat daarna weer des te groter terug kwam. Op het moment dat ik iets moest doen, altijd in het kader van het geloof, dan kon ik dat ook.

Bij alle televisiegesprekken, maar ook wanneer ik de dienst verricht, bid ik van te voren. En op het moment zelf ook. Maar op een gegeven moment moet je het overlaten. Nou moet U het doen. Dat staat toch in de Schrift ook: “Maakt u zich geen zorgen over wat u zult zeggen. Ik zal u de woorden ingeven.” En dat heb ik heel vaak overwogen, wanneer ik ergens moet optreden.
Iedereen, mijns inziens, die de treurigheid heeft meegemaakt, in die diepe zin, en die komt daar uit, en die gelooft in God, heeft toen geleerd en beseft, dat hij er rijker is uitgekomen. En rijker wil zeggen zwakker, dat wil zeggen sterker met Paulus.Want er waren natuurlijk een heleboel mensen die - en dat bedoel ik niet uit onaardigheid of zo, maar ik stel het wel als feit vast - die mij, respectievelijk het christendom, dan wel de katholieke kerk, niet welgezind zijn. Die dus altijd maar hoopten dat ik maar eens door de mand zou vallen. En er zijn natuurlijk nog een aantal mensen die hopen dat ik morgen door de mand val, overmorgen door de mand val. Ik bid dus altijd, dat Hij mij altijd vasthoudt.

“Niet hij richt zich op - dus de mens, ik - maar God richt hem op. God richt mij op, God richt de mens op. Meer dan voorheen weet hij zich van Hem afhankelijk. Meer dan voorheen weet die mens, weet ik, dat ik van Hem afhankelijk ben.”
Daarvan kan ik zeggen, dat ik mij dat bewust ben geworden. Niet alleen met mijn hoofd, maar ook met mijn hart. Tegelijkertijd is dit een proces dat doorgaat. Het is niet zo dat ik sindsdien het wéét, dat Hij mij opricht en dat ik van Hem afhankelijk ben. Maar dat is een proces dat je iedere keer opnieuw moet leren.
Als je je namelijk afwendt van God, als je je teveel bezig houdt met zaken die ook moeten gebeuren, om het zo maar eens zo te zeggen, dan is dat besef al minder geworden.
Je moet eigenlijk elke dag bidden om die nederigheid dat je weet dat je van God afhankelijk bent.

Iedereen, mijns inziens, die de treurigheid heeft meegemaakt, in die diepe zin, en die komt daar uit, en die gelooft in God, heeft toen geleerd en beseft, dat hij er rijker is uitgekomen. En rijker wil zeggen zwakker, dat wil zeggen sterker met Paulus. Juist in de zwakte van de afhankelijk gegroeid zijn. Dat bedoel ik ermee te zeggen. En wat ik daarnaast wil formuleren is, dat het een moment van genade is, de kus van Gods mond.
Maar ook de genade van God kun je voorbij laten gaan. Je moet erbij blijven. Je moet op God gericht blijven. Je moet niet te zeer opgaan in wereldlijke zaken. Ook al is het een probleem dat het soms wel moet.

Ook de genade van God kun je voorbij laten gaan. Je moet erbij blijven. Je moet op God gericht blijven.Het is God die mij heeft opgericht. Op een pinksterochtend liep ik richting het Vaticaan, hier over de brug, omdat ik daar de mis op ging dragen voor de radio. Ik herinner me nog heel goed die vroege ochtend in het voorjaar, met Pinksteren, en de benedenstad was nog leeg, en het was voor zevenen, dat als het ware dat doorbrak, dat de oprichting aanwezig was of gaande was. Dat heb ik zo ervaren ja. En toen ben ik daarna er ook over gaan schrijven.
Ik liep hier over de brug naar de Engelenburcht, richting de Sint Pieter en daar aan de rechterzijde is die kapel waar ook de studio is, waar de mis wordt opgedragen. Pinksteren is natuurlijk een prachtig feest van de Heilige Geest. Daar dacht ik natuurlijk al over na. Daar heb ik ook op gereflecteerd. Toen zag ik die hele lange lege weg naar het Sint Pieterplein, met die bloemen die daar al stonden op het plein, vanwege een grote plechtigheid die daar gehouden zou worden door de paus.
Toen was er - ik kan het niet anders uitleggen - een gewaarwording door alles wat zich voordeed op die ochtend, in die stilte van de stad, in de zon die scheen, in de schoonheid van de stad, en in de vreugde die ik had, omdat ik de mis ging opdragen.
Het was op die ochtend, dat ik mij gewaar werd: ik word opgericht. God richt mij op uit mijn depressie. De zwaarste periode is nu voorbij. Dat heb ik wel ervaren. Ik kan het verder niet uitleggen.

Ik moet meer meer vertrouwen hebben dat het wel goed komt. Ik moet onbevangener naar 's-Hertogenbosch gaan. En hoewel ik in mijn hart wel graag hier blijf en liever hier blijf zelfs, zeker door de laatste weken, zie ik in dat als God Zijn wil wil voltrekken en dat zal Hij hopelijk doen, dat ik mij daaraan natuurlijk niet wil en mag onttrekken. Ik zie dat ik meer vertrouwen moet hebben. En dat ik mijn afhankelijkheid van Hem, die ik na mijn depressie al heb opgeschreven, meer zou moeten beleven.

Dit is uit mijn eerste preek als priester, 27 september 1992:
“Als priester wil ik alleen Christus, de enige Priester, de Hogepriester, gestalte geven, klein zijn opdat Zijn grootheid blijkt, doorzichtig zijn opdat Hij zichtbaar wordt.”
Het is eigenlijk een variant op waar we het over hebben gehad. Namelijk Zijn grootheid die door mijn kleinheid heen straalt, dat wil zeggen: ondanks mijn zwakheid maakt Hij mij krachtig.
En “doorzichtig zijn opdat Hij zichtbaar wordt” is een gegeven wat mij altijd zeer beweegt. Dat heeft misschien ook wel te maken met dat ik door de buitenwereld ook erg gedwongen ben daar steeds over na te denken. Als je aan het altaar staat, om het maar daartoe te beperken, dan sta jij daar met jouw lijf. Met jouw handen en met jouw ogen. En met jouw stem en met jouw woorden die jij uitspreekt. Maar het gaat niet om jou die zichtbaar is, het gaat niet om mij die daar zichtbaar staat als de priester, maar het gaat juist om diegene in wie ik behoor te verdwijnen. Het gaat erom dat de priester verdwijnt in Hem, die de Priester is.
Het is ook zo, dat in een eredienst het niet de priester is die de dienst leidt. Ja, hij leent zijn handen en zijn stem, maar het is Christus die de dienst leidt. Dus de dienaar van Christus, de priester, die de gemeente in Zijn plaats leiding geeft, moet verdwijnen in de enige Leider, de enige Priester en de enige Hogepriester en dat is Christus. En dat is het diepste wat ik als priester wil.”

Het Verhaal

Audioversie

Dit verhaal is een geschreven weergave van de geluidsopname van dit verhaal. De opname is te beluisteren door onderstaand bestand op te halen en af te spelen.

  • Bestand: zichzelf uitpakkend bestand (EXE)
  • Inhoud: audiobestand (WMA*)
  • Lengte: 45:54 minuten
  • Grootte: 6,67 MB
  • Bitsnelheid: 20kbps

  • Bestand: zichzelf uitpakkend bestand (EXE)
  • Inhoud: audiobestand (MP3)
  • Lengte: 45:54 minuten
  • Grootte: 10 MB
  • Bitsnelheid: 32kbps

Nieuw op Bemoediging.net

Binnenkort op Bemoediging.net

opsommingsteken Jennifer Toledo over 'The Weeping Room'
opsommingsteken Dick van Keulen (nieuwe audio en video)
opsommingsteken George Müller
De webstek is voor het laatst bijgewerkt op 15-11-2006

RSS-kanaal XML/RSS-kanaal

Add to Google

Om af te drukken

Dit verhaal is het beste af te drukken als je gebruik maakt van de tekstversie (opent in nieuw venster).

Nieuwsbrief

Als je op de hoogte gebracht wilt worden van nieuwe artikelen, audio en andere wijzigingen, kun je je naam en e-mailadres aan de verzendlijst van de nieuwsbrief toevoegen met onderstaand formulier:

Naam:

E-mailadres:

Afmelden is net zo eenvoudig: klik hier voor het formulier.

Klik hier voor de laatste nieuwsbrief.

 

Contact

Om ons een mailtje te sturen kun je van het onderstaande formulier gebruik maken...




of klik .

  Plebaan Antoine Bodar
(Foto: Brabants Dagblad)
 
 
Ik, Ikzelf ben het die u bemoedigt!
 (Jesaja 51:12)
© Bemoediging.net
[Voorpagina] [Verhalen] [Overdenkingen] [Nieuws] [Overzicht]